Ga naar hoofdinhoud
29 januari 2014
Nieuws

Nieuwe samenwerking oncologie

Ziekenhuizen, (huis)artsen en patiëntenorganisaties gaan intensiever samenwerken op het gebied van zorg voor kankerpatiënten. In regionale oncologische netwerken worden afspraken gemaakt over het verregaand delen van kennis en het afstemmen van protocollen. De deelnemende partijen verwachten hiermee optimale zorg voor kankerpatiënten te bereiken.

Er zijn grote ontwikkelingen gaande in de zorg voor mensen met kanker. Niet alleen het aantal patiënten met enige vorm van kanker stijgt, ook het aantal behandelmogelijkheden neemt snel toe. Behandelingen worden steeds succesvoller, maar tegelijkertijd ook steeds individueler en complexer. Voor vrijwel alle soorten kanker zijn de overlevingskansen de afgelopen decennia gestegen. Hierdoor zijn er meer mensen die langer nazorg nodig hebben. Om aan al deze ontwikkelingen het hoofd te bieden, is een nauwere samenwerking noodzakelijk. Naar verwachting zullen er diverse nieuwe oncologienetwerken tot stand komen.

Bereikbare zorg
In Zuid Oost Nederland is reeds een dergelijk netwerk ontstaan. De nieuwe samenwerking tussen ziekenhuizen,(huis)artsen en patiënten betekent vooral winst voor de patiënt, benadrukt medisch oncoloog professor Vivianne Tjan-Heijnen vanhet Maastricht Universitair Medisch Centrum+. “In deze regionale netwerken blijft het voor de patiënten mogelijk om zo dicht als mogelijk bij huis behandeld te worden, terwijl de artsen hun expertise op een verregaande manier kunnen delen. In plaats van ‘wij’ en ‘zij’ zal er veel meer sprake zijn van ‘ons’ in de kankerzorg. Mensen met borstkanker of dikkedarmkanker kunnen in principe gewoon bij een regionaal ziekenhuis bij hen in de buurt terecht voor een behandeling, maar dat ziekenhuis kan wel profiteren van de expertise van de collega’s uit bijvoorbeeld een universitair medisch centrum . We willen de zorg dus nadrukkelijk niet onnodig centraliseren, maar vooral de kennis delen in de oncologische netwerken, bijvoorbeeld met regelmatig regionaal overleg en waar nodig door meewerken en -denken van specialisten uit andere ziekenhuizen. Op die manier blijft de oncologische zorg zowel van hoog niveau als bereikbaar.”

Patiëntenbelang
Bij het ontwikkelen van de visie op netwerkvorming was ook de federatie van kankerpatiëntenorganisaties betrokken. “Deze gezamenlijke visie was niets minder dan noodzakelijk”, stelt de directeur van de federatie, Anemone Bögels. “Niet alleen het aantal kankerpatiënten neemt toe, maar vooral ook het aantal overlevers. Mensen moeten in elke fase van behandeling en nazorg optimale zorg kunnen krijgen, dicht bij huis waar dat kan, en in gespecialiseerde centra wanneer dat moet. Patiënten worden zo goed mogelijk ondersteund om grip te krijgen op hun leven met kanker.”

Positieve ervaringen
Met de nieuwe manier van werken is op beperkte schaal al ervaring opgedaan, onder andere in de regio rond het Maastricht Universitair Medisch Centrum+, waar Tjan-Heinen werkzaam is. “Met de samenwerking die wij bijvoorbeeld al hebben op het gebied van de baarmoederhalskanker in de regio laten we duidelijk zien dat kankerzorg een continu proces is in een keten van zorgverleners”, zegt dr. Martin Bergmans, gynaecoloog in het Laurentius Ziekenhuis in Roermond. “Zorg voor kankerpatiënten is bij uitstek ketenzorg waar veel spelers in eerste, tweede en derde lijn moeten samenwerken.”
“Er zijn echter wel degelijk bepaalde, meer zeldzame behandelingen met een hoge complexiteit, die alleen in voldoende gespecialiseerde ziekenhuizen kunnen worden uitgevoerd”, zo vult internist-oncoloog dr. Marien den Boer van het Laurentius aan. “Maar ook bij die ingewikkelde zorgis het denkbaar dat een deel van de zorg op enig moment door de huisarts of een specialist in een ander, dichterbij gelegen ziekenhuis wordt uitgevoerd.”

Onvermijdelijk
Ook oncologisch chirurg dr. Rudi Roumen van het Máxima Medisch Centrum in Eindhoven benadrukt dat het werken in goed georganiseerde netwerken een noodzaak is om goede zorg te kunnen blijven leveren aan kankerpatiënten. “Het is onvermijdelijk dat er geschoven zal worden met specialismen. Niet alles kan overal, al zal er altijd behoefte blijven aan voldoende generalisten. Het wordt in die zin een spannende en ook uitdagende tijd, waarin de oncologische zorg van de toekomst vorm moet krijgen. In ons ziekenhuis zal het betekenen dat we samen met het Catharinaziekenhuis feitelijk één oncologisch centrum gaan vormen maar dat we voor bepaalde specialismen op enig moment naar elders zullen moeten uitwijken. Het belangrijkst is dat voor de patiënt duidelijk wordt dat er een uniform zorgpad is uitgestippeld, ongeacht of je nu in Eindhoven of Roermond woont.”

Online patiëntendossier
Onderdeel van de samenwerking is ook het gebruik van een online patiëntendossier. “Dat wordt een dossier dat vooral op de patiënt is gericht”, zegt Guy Schulpen, medisch directeur van Zorg In Ontwikkeling (ZIO), een eerstelijns zorgorganisatie in de regio Maastricht. “Waar het bijna beruchte elektronisch patiëntendossier vooral een technisch dossier is voor communicatie tussen artsen, zal dit nieuwe online patiëntendossier bijvoorbeeld gerichte patiënteninformatie bevatten. In plaats van een wand met honderd verschillende patiëntenfolders krijgt iemand met, zeg, longkanker nu in één keer precies de goede informatie mee, die hij of zij ook met de huisarts kan bespreken. Door dit project zal dus ook de communicatie tussen de eerste lijn, de huisarts, en de tweede en derde lijn, de specialisten in de ziekenhuizen, kunnen verbeteren”, aldus Schulpen.

Betrokken partijen
Naast de Nederlandse Federatie van Universitair medische centra (NFU), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Samenwerkende Algemene Ziekenhuizen (SAZ) en de Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen(STZ), en de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK), verbinden vier andere organisaties zich aan het ontwikkelen van de oncologische netwerken. Het gaat om: het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG), het Antoni van Leeuwenhoek (AVL), de Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen (CRAZ) en het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).